Geplaatst 11 Maart 2007, 17:06
'Krijgers voor God: boek over de tempelridders.'

Fascinerende geschiedenis van de tempeliers in onze gewesten. Christen ridders of gewetenloze onruststokers?
Historicus geeft een genuanceerd beeld van de tempeliers.
Het conflict in het Midden-Oosten en de Da Vinci Code: ze hebben kruistochten en ridderorden als grondslag. Maar waar eindigt de mythe en begint de realiteit?
Dit boek stelt scherp op de orde van de tempeliers. Wie waren die mysterieuze krijgers voor God? En vooral: welke rol speelden zij in de Lage Landen? 1120. Negen ridders, onder wie de Vlaming Godfried van Sint-Omaars, leggen kloostergeloften af. Ze zullen de pelgrims, die naar Jeruzalem toestromen, beschermen tegen moslims. De orde van de tempeliers, tegelijkertijd religieus én militair, is een feit. De verre Nederlanden worden een logistieke en financiële draaischijf van de orde. Hier werven de tempeliers rekruten, ze verwerven er vastgoed, drijven handel, boeren en bankieren. Speelt die rijkdom een rol in het doodvonnis van de tempeliers? In 1312 wordt de orde op bevel van Filips de Schone afgeschaft.
MICHEL NUYTTENS, doctor in de geschiedenis en rijksarchivaris te Brugge, koestert de tempeliers. Al 35 jaar verdiept hij zich wetenschappelijk in de orde en geeft hij er lezingen over. Met dit boek lenigt hij de nood aan een objectieve en heldere beschrijving van de tempeliers in onze gewesten. "In een tijd van toenemende secularisering heeft de mens blijkbaar behoefte aan grote mysterieuze verhalen."
Legenden over de tempeliers zijn er legio. De ridders die de pelgrims naar Jeruzalem beschermden en het Heilige Land verdedigden tegen moslims, zouden de ark van het verbond naar het Westen hebben gebracht. Ze zouden de heilige graal, de beker waaruit Christus tijdens het laatste avondmaal dronk, in hun bezit hebben gehad. Ze zouden over fabelachtige rijkdommen hebben beschikt en geheime kennis over Christus en de kosmos hebben gedeeld.
Niets van dat alles blijkt uit het boek "Krijgers voor God" van Michel Nuyttens. Als gewetensvol archivaris baseert hij zich voor zijn beschrijving van de tempeliers in de Lage Landen op harde feiten, zonder zich met speculaties in te laten. Een interview.
Wat vindt u van de manier waarop schrijvers van relithrillers als Dan Brown ("De Da Vinci Code") en James Rollins ("Steen der Wijzen") met de geschiedenis van de tempeliers omspringen?
"Ik laat deze auteurs zeker niet links liggen. Ze hebben fantastische romans geschreven. Alleen moet men ze lezen met de juiste ingesteldheid: het zijn románs. Als historicus heb ik hierbij uiteraard een hoop vragen; ze dragen inderdaad bij aan een verkeerde beeldvorming. Wat kun je als remedie daartegen doen? Een boek schrijven dat deze beeldvorming corrigeert en correcte informatie geeft."
Hoe bent u ertoe gekomen dit boek over de tempeliers in de Lage Landen te schrijven?
"De belangstelling voor het onderwerp is er gekomen langs een omweg, met name door mijn interesse voor de geschiedenis van de Franse Nederlanden. Al gauw bleek dat enkele belangrijke figuren uit deze streek een belangrijke rol speelden bij de kruistochten en bij de oprichting van de orde van de tempeliers: Godfried van Sint-Omaars (Saint-Omer) en Godfried van Bonen of Boulogne, die de geschiedenis is ingegaan als Godfried van Bouillon.
Ik kwam er ook achter dat de St.-Bertijnsabdij te Sint-Omaars een grote rol speelde in de hervormingsbeweging van Cluny, die een grote impuls gaf tot het ontstaan van de eerste kruistocht. Omdat in de bestaande literatuur over de tempeliers al te veel aandacht werd besteed aan de gefantaseerde verhalen en omdat hun rol in de Lage Landen nog nauwelijks werd onderzocht, besloot ik de geschiedenis van de tempelorde in de Lage Landen te gaan bestuderen.
Ik maakte er mijn eindverhandeling over toen ik als historicus afstudeerde aan de katholieke universiteit te Leuven. Sindsdien heb ik als archivaris en historicus wel andere paden bewandeld, maar de tempeliers hebben me nooit losgelaten. Ik ben het onderwerp blijven volgen en gaf er regelmatig lezingen over.
Toen het Davidsfonds mij de gelegenheid bood een boek over dit onderwerp te schrijven, heb ik dat aanbod met beide handen aanvaard. Ik deed het ook omdat het onderwerp brandend actueel is: dankzij de hype rond "De Da Vinci Code" en aanverwante boeken, maar ook omdat het verhaal van de kruistochten nog altijd meespeelt op de achtergrond van de huidige situatie in het Midden-Oosten."
Er bestaan veel mythes rond de tempeliers. Zit er in sommige gevallen niet een kern van waarheid in?
"Er is inderdaad heel wat mythevorming. Verhalen als zouden de tempeliers de schatten uit de tempel van Salomo hebben verborgen neem ik helemaal niet serieus. Ik ken geen enkele bron die me toe zou laten dit verhaal voor waar aan te nemen. Wat wel vaststaat is dat de zetel van de tempeliers in Jeruzalem gevestigd was op de plaats waar de tempel van Salomo stond en waar nu de al-Aqsamoskee staat."
Heeft u een verklaring voor het feit dat juist rond de tempeliers zo veel geheimzinnige verhalen bestaan?
"Rond de tempeliers zijn door de eeuwen heen veel geheimzinnige verhalen blijven bestaan. Heel wat sagen en legenden werden nog tot diep in de twintigste eeuw doorverteld, ook in de Lage Landen. Daaruit komt een grotendeels vertekend beeld van de orde naar voren.
Maar het is inderdaad merkwaardig dat deze verhalen steeds opnieuw werden doorverteld. Zelfs in een tijd van alsmaar toenemende secularisering heeft de mens blijkbaar behoefte aan grote mysterieuze verhalen.
Dat verhalen over de tempeliers worden doorgegeven, heeft deels te maken met de geheime inwijdingsrituelen en alles wat daarmee samenhangt. Om dezelfde reden worden bijvoorbeeld ook nog steeds fantastische verhalen verteld over de katharen.
Ook moeten we de impact van het proces tegen de tempeliers en de uiteindelijke afschaffing van de orde in 1312 niet onderschatten. De afschaffing van een ridderorde die met wapens de christelijke belangen in het Heilig Land had verdedigd en die koningen en prinsen financieel in zijn macht had, sprak tot de verbeelding. Dat de laatste grootmeester op de brandstapel de banvloek uitsprak over het Franse koningshuis en dat die bewaarheid leek te worden, heeft de fantasie gevoed.
Dat de orde in de loop van de achttiende eeuw werd 'hersteld' door de vrijmetselaarsloges, heeft hierbij ook een rol gespeeld. Dit werkte verder door in de romantische negentiende-eeuwse historiografie. Pas sinds de laatste decennia wordt gedegen historisch onderzoek verricht naar de orde van de tempeliers."
Wat is er waar van het godslasterlijke karakter van de inwijdingsrituelen?
"We moeten heel voorzichtig zijn met uitspraken hierover. Naast andere verklaringen, die soms onder druk werden afgelegd, beschikken we over een erg gedetailleerd getuigenis van de Franse tempelier Gerard de Causse op 12 januari 1311. Hierin is sprake van een ritueel "bis", waarbij de nieuwe ordeleden op het kruis moesten spuwen en de goddelijke persoon van Christus loochenen. We weten niet of dit overal gebeurde en ook niet vanaf wanneer precies. Mogelijk kwam het pas vanaf de tweede helft van de dertiende eeuw voor.
Een mogelijke verklaring is dat het hier om een soort ontgroeningsproces zou gaan, waarin werd getest in hoeverre de nieuwe rekruten bereid waren hun superieuren te volgen. Meerderen getuigden dat ze eigenlijk niet meenden wat ze deden en biechtten het ook onmiddellijk op. Het ritueel "bis" blijft niettemin op zijn minst iets wat vragen blijft oproepen."
Hoe verklaart u het vrij plotselinge einde van de Tempelorde?
"Dat was een samenloop van omstandigheden. Een belangrijke rol speelde de geldhonger van de Franse koning Filips de Schone, die niet langer afhankelijk wilde zijn van vreemde machten: Italianen, Joden en vooral tempeliers. Filips wierp zich op als de verdediger bij uitstek van het éne ware geloof: hij wilde de vermeende misdaden van de tempeliers bestrijden en spiegelde zich aan het voorbeeld van zijn voorvader Lodewijk IX.
Net als andere Europese vorsten wilde hij zijn invloed op de plaatselijke kerken vergroten. De geestelijke ridderorden, waaronder de tempeliers, vormden hierbij een obstakel, omdat ze juist werden gezien als instrumenten in handen van de paus. Paus Clemens V had een zwakke gezondheid en was ook een politieke zwakkeling die uiteindelijk voor de eisen van de Franse koning bezweek."
Wat is, samengevat, de betekenis van de tempeliers voor de Nederlanden geweest?
"In de Nederlanden hadden de tempeliers een zestigtal vestigingen, verdeeld over vijf baljuwschappen: Vlaanderen, Henegouwen, Brabant, Haspengouw en Artesië. Hun voornaamste functie was de logistieke ondersteuning van de krijgsverrichtingen in het Oosten. Ze probeerden geld te genereren door te bankieren, handel te drijven enzovoort. Daarin zijn ze ook aardig geslaagd. Graven en hertogen waren hun over het algemeen gunstig gezind, maar het was onder de lagere adel en de burgerij dat ze heel wat leden hebben kunnen rekruteren, eerst in Vlaanderen en Artesië, later in Brabant, Henegouwen en Haspengouw.
In het huidige Nederland kenden ze heel wat minder succes: de tempeliers hadden enkele bezittingen in Zeeuws-Vlaanderen en de commanderij van Alphen bij Breda. Eén Vlaming werd grootmeester van de orde; een aantal leden speelde een vooraanstaande rol als bankier.
Toch kan de rol die de orde in de Lage Landen speelde niet helemaal worden vergeleken met de betekenis van de tempeliers in Frankrijk en zeker niet met die in Spanje, waar ze werden ingeschakeld bij de reconquista tegen de Moren. Er zijn spijtig genoeg ook erg weinig authentieke archeologische overblijfselen in de Lage Landen."
Titel: "Krijgers voor God"
Auteur: Michel Nuyttens
Uitgeverij: Davidsfonds, Leuven/Walburg Pers, Zutphen, 2007
ISBN 90 978 811297 1 8
Pagina's: 242
Prijs: EUR 24,95.